Geschiedenis van Molenstede in een notedop
De naam
De naam Molenstede wordt duidelijk gevormd door de woorden molen en stede.
Met stede wordt plaats bedoeld. Zo is Molenstede de “plaats bij de molen”.
In de loop van de eeuwen wordt de naam Molenstede op heel wat verschillende
manieren geschreven. De oudste vermelding heeft het over Mulstede. Nadien
lezen we Molstede, Muelstede, Moelste, Moilstee, Mulste, Meulstee, Muylstede,
Mooltsede,... .
Historiek
De oudste vermelding dateert van 1253 , in een document van Willem van Rijkel,
abt van Sint-
Sint-
Heren van Diest. Dit moet zo rond 1230-
Uit dit alles kunnen we opmaken dat Molenstede deel heeft uitgemaakt van de
oude Frankische villa Schaffen, die graaf Robertus in 741 of 742 aan de abdij van
Sint-
Van de 13° tot de 18° eeuw behoort Molenstede, samen met Schaffen, het
huidige Kaggevinne en delen van Webbekom en Assent, tot de heerlijkheid
Kaggevinne. Deze Heerlijkheid is eigendom van de Heer van Diest en wordt in
1301 “buten int sheren lande van Dyst” genoemd.
Vanaf de 16° eeuw wordt het land buiten Diest opgedeeld in Kaggevinne-
Kempens, aan de Kempische zijde en Kaggevinne-
Kaggevinne-
het huidige Kaggevinne en zoals gezegd delen van Webbekom en Assent. Deze
bestuursvorm blijft in voege tot aan de Franse Revolutie. In 1795 beslist het
Franse Bestuur dat Kaggevinne-
Molenstede maakt tot begin 1900 deel uit van de gemeente Schaffen. In mei
1900 wordt Molenstede een zelfstandige gemeente. In 1977 , als gevolg van de
fusies der gemeenten, wordt Molenstede een deelgemeente van Diest.
Gehuchten
Als oudste gehuchten kennen we Reppel in het centrum, het Swerten Water aan
de grens met Schaffen, ‘t Bosmanseynde ten noord-
Lazarij aan de grens met Diest. Later komen daar enkele gehuchten bij, met
name Twijfeldonk aan de huidige Fabriekstraat, Molenstede-
Broekstraat met inbegrip van de Blaasberg, het Grasbos en Crauwelsbos, Het
Eiland aan een deel van Molenstede dat grenst aan Okselaar en deels aan het
land van Loon (Engsbergen).
Hoogten
Molenstede wordt gekenmerkt door zijn vele heuvels, die men “bergen” noemt.
Zo kennen we de Blaasberg met de Jagersberg, de Langenberg, de Cauwberg, de
Lazarijberg met de Schellekensberg, de Kalenberg, de Eikelenberg en minder
gekend de Katsenberg en Klappijberg. Deze laatste twee zijn oorspronkelijk niet
meer dan een lichte verhevenheid in het landschap. Deze zogenaamde bergen
zijn getuigenheuvels of Diestiaanheuvels, die in het Hageland veel voorkomen.
Deze heuvels zijn het gevolg van de transgressie van de Diestiaanzee, zowat 7
miljoen jaar geleden.
Oude wegen
Enkele wegen dragen de naam Heerstraat:
-
Eikelenberg en de Heide, van Diest in de richting van Veerle, Geel en Antwerpen.
-
Dorpsstraat, een aftakking van de Diesterestraat naar Molenstede-
-
Reppelsebaan.
-
Diesterestraat over Rode naar Kaggepoel of Kakepoel, het oude centrum van de
Heerlijkheid Kaggevinne (dat dus in Schaffen-
De huidige Diesterestraat noemt in 1445, in de omgeving van het Zwartwater, de
gemeyne herstrate, ca. 1610 de Veerlsche Baan, en in 1776 de Hairbane op
Averbode.
De huidige Reppelsebaan noemt in 1472 , de gemeyne herstrate te Reppele en in
1586 die heirbaene van Diest naer Everbode. De huidige Dorpsstraat noemde
vroeger de Muelstedenstrate of Moelstrate. De naam Broekstraat komt in 1517 al
voor , maar slaat pas vanaf 1610 terug op de huidige Broekstraat.
De Parochie
Zoals gezegd is Molenstede voor de 13° eeuw een eigendom van de abt van Sint-
Truiden. Samen met Schaffen maakt Molenstede dan deel uit van de Parochie van
Webbekom. Onder impuls van de Heer van Diest komen we later op kerkelijk vlak
onder de voogdij van de Sint-
kapel. De gelovigen maken gebruik van de kapel op de Lazarij. Als deze in het
begin van de 16° eeuw door de beeldenstormers wordt verwoest, is men
aangewezen op de kerken in de naburige gemeenten. Het spreekt vanzelf dat dit
voor heel wat problemen zorgt. Na meer dan een eeuw ijveren en contesteren,
krijgen de Molenstedenaars in 1757 eindelijk de toelating om een eigen kapel te
bouwen. De nieuwe kapel komt onder de voogdij van Sint-
kapelaan van deze parochie komt hier de diensten verzorgen. De dopen,
huwelijken en overlijdens worden zoals van oudsher in de parochieregisters van
Sint-
pastoor krijgt en hiermee een zelfstandige parochie wordt.
Onderwijs
In het Ancien Régime staat de parochiale geestelijkheid in voor het onderwijs van
de kinderen. Dit blijft zo, tot in 1842 de gemeenten opdracht krijgen voortaan het
onderwijs te organiseren en onderwijzers te benoemen. Er wordt een schoollokaal
gebouwd op de plaats van het huidige ontmoetingscentrum. Na de dood van
koster schoolmeester Isidoor Tips, wordt in 1847 voor het eerst een
gediplomeerde onderwijzer benoemd. Frans Thiels uit Ramsel zal gedurende meer
dan 25 jaar de Molensteedse jeugd onderwijzen.
In 1906 komen de zusters Annonciaden naar Molenstede en stichten een vrije
meisjesschool. Deze school zal in de loop der jaren uitgroeien tot één van de
beste instellingen uit de omgeving.
Als in 1971 de zusters uit Molenstede vertrekken, neemt de gemeente de school
over en wordt de Gemeentelijke-
huidige basisschool.
De wereldoorlogen
Tijdens de eerste wereldoorlog slaan de Duitsers in Molenstede ongemeen hard
toe. Op 20 augustus 1914 worden 31 huizen in brand gestoken en 11 burgers
worden op hun erf vermoord. Er worden 41 Molenstedenaars bij het leger
ingelijfd. Daarnaast melden er zich nog heel wat vrijwillig bij het leger aan.
Negen onder hen overleven de oorlog niet en sneuvelen.
Bij het uitbreken van WOII herinneren de inwoners van Molenstede zich de
gebeurtenissen van augustus 1914. De schrik zit er goed in. Op 11 mei 1940
passeren terugtrekkende Belgische troepen de gemeente. Op 14 mei trekken de
eerste Duitse troepen door het dorp. Er breken voor de bevolking barre tijden
aan. Maar ook aan deze oorlog komt een einde.
Verenigingen
De oudste vereniging is de Kolveniersgilde van Onze Lieve Vrouw. Deze is
gesticht in 1630. In de 17°, 18° en 19° eeuw staat de Gilde in voor de veiligheid
van de burgers. Men kan ze vergelijken met de latere burgerwacht. Na de
onafhankelijkheid van België verliezen dergelijke gilden hun reden van bestaan.
De meesten van hen worden folkloristische schuttersgilden. Rond 1966 houdt de
gilde “Onze Lieve Vrouw” op te bestaan. Molenstede heeft van oudsher een zeer
rijk gevuld cultureel leven.
Schansen
Eertijds waren er in Molenstede twee schansen. Deze dienden om in tijden van
oorlog of beroering de burgers een veilig onderkomen te bezorgen. Resten van
deze schansen zijn nog te zien in de Bosmansstraat (het vroegere
Bosmanseynde) en in het Bolhuisbroek , enkele tientallen meters van de huidige
Bolhuishoeve.
Referentie : De geschiedenis van Molenstede, dr. Frans Claes SJ, dr. Michel Van
der Eyken , Frans Claes, 1993, uitgegeven door Mickeyclub.